Agenda
Eugène Brands in het Museumhuis
Vanaf 4 oktober 2024
museum JAN, Amstelveen
In het Museumhuis is dit najaar werk te zien van Eugène Brands
(1913-2002). Kleurrijke gouaches uit de jaren ’80 en ’90 die Jan
Verschoor en Rob Brünnmayer aankochten voor hun privécollectie,
gecombineerd met de beelden van Jan zelf. De eenvoud en
sereniteit van Brands werk en de harmonische kleuren spraken hen
aan, evenals de gekozen thema’s als het universum en de
oneindigheid van het heelal.
Jan Verschoor: ‘Ik denk dat we in de tijd dat ik de leiding had
over het museum wel vijf tentoonstellingen over Eugène Brands
georganiseerd hebben, steeds met veel plezier en succes. In de
jaren ’90 zijn we begonnen met werk van Eugène te kopen. We
hebben hem vaak persoonlijk ontmoet, meestal in zijn atelier op
de Veluwe, want daar was hij het liefst.’
Ze konden het goed met elkaar vinden, als kunstenaars en als
vrienden. Jan ontwierp de herdenkingsplaat voor het graf van
Eugène; ‘Ik ben dus nog steeds dicht bij hem.’
We lagen elkaar als kunstenaar en als mens
Jan Verschoor en Rob Brünnmaijer
Naast en verbonden met het Museum Jan van der Togt in Amstelveen ligt het Museumhuis Jan Verschoor. In een losstaande oude school ernaast bevinden zich de ateliers van de beeldende kunstenaars Jan Verschoor en Rob Brünnmaijer. De beide kunstenaars werken al meer dan een halve eeuw samen. In de ateliers worden culturele evenementen gehouden voor groepen van alle leeftijden. Net als in het museum en het museumhuis, vanuit de eigen specifieke invalshoek. De afzonderlijke entiteiten vormen tezamen een drie-eenheid van kunst en cultuur. Jan Verschoor was mede-oprichter, curator en zo’n 25 jaar directeur van het museum. Onlangs nam hij daar afscheid, maar hij blijft op alle drie de plaatsen actief.
Jan Verschoor: “Toen we hier met het Museum Jan van der Togt begonnen, bestond het Cobra Museum voor Moderne Kunst nog niet. Dat kwam pas vijf jaar later. We hadden hier toen al tentoonstellingen gehad van Appel, Corneille en anderen uit de toenmalige CoBrA-beweging. Ik denk dat we in de tijd dat ik de leiding had wel vijf tentoonstellingen over Eugène Brands georganiseerd hebben, steeds met veel plezier en succes. Meestal was er een boekpresentatie bij en was Eugène de boeken over hem aan het signeren. Het werk van Brands blijft de mensen boeien, jong en oud. De laatste solo-expositie van hem was twee jaar geleden, in de entreezaal van het museum met werk uit onze privécollectie. In de jaren negentig zijn we begonnen met werk van Eugène te kopen. We hebben hem vaak persoonlijk ontmoet, meestal in zijn atelier op de Veluwe, want daar was hij het liefst.”
Eenvoud en sereniteit
Rob Brünmaijer: “We konden goed met elkaar opschieten. Het was een fijne, voorkomende man. Heel netjes en correct. Als we kwamen, had hij alles goed doordacht en voorbereid. Hij hield van grote onderwerpen, had mooie inzichten en hield niet van geneuzel en gezeur. Wat mij aansprak was dat hij alles zelf ook met eigen handen deed. Toen we eens bij hem kwamen, was hij net van het dak af geklommen. Hij had het zelf schoongemaakt. Eugène hield van die basale dingen.”
Jan: “Als je kunst bij hem wilde kopen, probeerde hij vooraf met je mee te denken. Vaak had hij al een soort voorselectie voor ons gemaakt. Dan kon het een hele toer zijn om hem op andere gedachten te krijgen. Hij kon vasthoudend zijn in zijn standpunten. De klik tussen Rob en Eugène had er vast ook mee te maken dat zij beiden liefhebber waren van etnografische kunst en het verzamelden.”
Wat zowel Jan als Rob in het oeuvre van Brands aanspreekt, is de eenvoud en sereniteit van het werk, gecombineerd met de dieper liggende gedachten die zij er in herkennen. Zij roemen ook de harmonie van kleuren in zijn werk. Hetzelfde geldt voor thema’s als het universum en de oneindigheid van het heelal. Ook het rustgevende karakter ervan doet het goed bij hen. Op het moment van het gesprek hangt of staat er geen werk van Eugène Brands in het Museumhuis Jan Verschoor. Wel van Bram Bogart, Miró en Sam Francis, maar vooral veel eigen werk van de beide kunstenaars. Een caleidoscoop van vormen en kleuren in een wonderbaarlijke samenhang. Sculpturen in marmer, brons, glas en mixed media in alle vormen van Jan Verschoor. Mobiles, zelfgemaakte klokken en Zero-achtige mixed media en wandreliëfs van Rob Brünnmaijer.
Om te staven wat hij met zijn waardering voor het werk van Brands bedoelt, haalt Jan verschillende schilderijen uit hun bewaarplaats in zijn privédomein op de verdieping van het museumhuis. “Kijk hier. Wat een bijzondere compositie en harmonie van kleuren.” Ik draai het schilderij om en zie in het vloeiende, zwevende handschrift van Eugène twee korte beschrijvingen en een correctie met een doorgestreepte tekst. Ik lees: ‘1981. Abstract landschap’. Daaronder: ‘1988. Interieur met abstract landschap’. Kennelijk was hij in eerste instantie niet tevreden en heeft hij zeven jaar na de eerste versie er een nieuw werk van gecreëerd.
Er wordt een ander schilderij naar beneden gehaald, nu als voorbeeld van het mysterie van het heelal. Een gouache, getiteld Moonlight (1990). Op het linker deel een donker vlak, rechts in vegende bewegingen opgebrachte toetsen in wit en gemengde wit-grijstinten. Ik voel de vrijheid en het schilderplezier waarmee Brands uiting gaf aan zijn zoeken naar de harmonie van kleuren die hij vond in de oneindigheid van het universum. Nog een schilderij komt van boven en ik weet dat er nog vele andere moeten staan als ze niet zijn uitgeleend, of elders zijn ondergebracht. Ik zie een gouache met drie verticale kleurvlakken tegen een donker fond. Lees aan de achterkant ‘1995’. Verder is er geen titel aangegeven. Het werk spreekt voor zichzelf. Jan Verschoor: “Zo’n werk van Eugène Brands doet bij mij hetzelfde, als wat ik voel wanneer ik naar een schilderij van Mark Rothko kijk. Het is intens, maar ook rustgevend. Het heeft geen titel nodig.”
De harmonie van de tegenstelling
Ruim een jaar of tien geleden opende ik bij een galerie in Brabant een gezamenlijke tentoonstelling van schilderijen van Eugène Brands en sculpturen van Jan Verschoor. Het was mij toen opgevallen dat de combinatie van hun werk buitengewoon goed correspondeerde. Wanneer ik vraag of hij zich dat nog herinnert, blijkt die gebeurtenis uit het geheugen van Verschoor te zijn verdwenen. Over de verbinding tussen zijn werk en dat van Brands heeft hij wel een duidelijke mening: “In het boek dat je in 2003 over mij schreef ter gelegenheid van de tentoonstelling van mijn werk in het Cobra Museum voor Moderne Kunst, merkte je op dat je mijn werk beter vond uitkomen bij ‘rustige’ kunst zoals van Jan Schoonhoven, Theo van Doesburg en Ad Dekkers dan, bijvoorbeeld, Sam Francis en Appel. Bij het eerste rijtje zou je wat mij betreft inderdaad ook Brands kunnen zetten. En vergeet ook niet te kijken naar mijn werk in combinatie met de wit-transparante, van karton gemaakte reliëfs die Rob Brünnmayer de laatste jaren maakt: de harmonie van de tegenstelling.
Jan Verschoor: “Eugène Brands en ik scheelden een generatie. Ondanks zijn abstrahering haalde hij zijn inspiratie vaak ‘uit de natuur’. Ik nooit. Ik ben consequent abstract bezig. Maar ik heb respect voor zijn kunst en kunstenaarschap. Hij bleef trouw aan zichzelf en aan de kunst. Aan het eind van zijn leven heb ik hem vaak horen verzuchten: ‘Het is goed geweest. Nu is het genoeg’. Een mooie opmerking die paste bij de eenvoud en diepgang van zijn kunst. Het doet mij goed om blijvend met een toegepast kunstwerk met Eugène verbonden te zijn. Ik heb de herdenkingsplaat mogen ontwerpen voor het graf van Eugène, ik ben dus nog steeds dicht bij hem.”
Locatie:
museum JAN
Dorpsstraat 50
1182 JE Amstelveen
+31 (0)20 641 57 54
Meer op de pagina van het Museumhuis Jan Verschoor.
Voor exposities uit het verleden van Eugène Brands zie de pagina Exposities.
Eugène Brands, Vrij Palet (detail), 46x51 cm,
gouache, 1987