Karel Appel
Karel Appel (Amsterdam, 25 april 1921 - Zürich, 3 mei 2006) was een Nederlandse kunstschilder en beeldhouwer in de moderne kunst uit de tweede helft van de twintigste eeuw, die tot de expressionisten kan worden gerekend. Zijn grote invloed duurt voort tot op heden. Hij is vooral bekend geworden als lid van de kunstzinnige groepering CoBrA.
Van jongs af aan wist Appel dat hij schilder wilde worden, maar hij was bestemd om in de kapperszaak van zijn vader te worden ingezet. Hij moest dan ook enkele jaren in de kapperszaak werken, maar in 1942 ging hij toch schilderkunst studeren aan de Rijksacademie in Amsterdam.
Appel volgde deze opleiding tot in 1944. Op de academie leerde hij veel over kunstgeschiedenis, waarover hij van huis uit weinig had meegekregen. Hij bekwaamde zich daar in de traditionele teken- en schilderkunst. Om zijn studie mogelijk te maken ontving Appel een beurs van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. In de periode aan de academie ontmoette Appel Corneille. Iets later maakte hij kennis met Constant. Er ontstond een intense vriendschap tussen hen die vele jaren stand zou houden. Met Constant maakte Appel na de oorlog reizen naar Luik en Parijs. De twee exposeerden samen hun werk.
In 1946 had Appel zijn eerste solo-expositie in Het Beerenhuis in Groningen. Wat later nam hij deel aan de expositie Jonge Schilders in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij liet zich in deze periode vooral beïnvloeden door de kunst van Picasso, Matisse en Jean Dubuffet.
Op 16 juli 1948 richtten de kunstenaars Karel Appel, Corneille en Constant samen met Anton Rooskens, Theo Wolvecamp, Eugène Brands, en Jan Nieuwenhuys, de broer van Constant, de Experimentele Groep in Holland op.
In november 1948 bezochten enkele leden van de Experimentele Groep een internationale conferentie over avant-garde kunst in Parijs, die georganiseerd was door Franse en Belgische surrealistische collega's. Constant las er een vertaling van zijn manifest voor, dat echter niet aansloeg bij het publiek. Onder anderen de Belg Christian Dotremont vond de benadering van de Fransen te sektarisch. Enkele Deense, Nederlandse en Belgische kunstenaars trokken zich daarop terug uit het congres en richtten de groep CoBrA op. CoBrA is een afkorting van Copenhagen, Brussel, Amsterdam. Intussen werd het werk van de Experimentele Groep in Nederland slecht ontvangen.
De internationale doorbraak van Appel begon rond 1953, toen zijn werk te zien was op de Biënnale van São Paulo. In 1954 kwamen er solotentoonstellingen van Appel in Parijs en New York. Hij maakte talloze muurschilderingen voor openbare gebouwen. In 1955 maakte hij een 80 meter lange muurschildering voor de Nationale Energie Manifestatie 1955.
Vanaf 1957 reisde Appel regelmatig naar New York. Daar schilderde hij onder andere portretten van jazzmusici. Hij ontwikkelde zijn eigen stijl, onafhankelijk van anderen. Gedurende deze periode ging hij steeds meer in de richting van de abstracte kunst, hoewel hij dat zelf bleef ontkennen. De titel van een werk als Compositie lijkt daar echter wel op te wijzen.
Eind jaren zestig verhuisde Appel naar het Château de Molesmes, bij Auxerre. Appel werd intussen steeds meer internationaal gewaardeerd. In 1968 kwam er eindelijk ook een solotentoonstelling in Nederland, namelijk in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Exposities volgden in de Kunsthalle in Bazel, in Brussel (1969) en in 1970 in het Centraal Museum in Utrecht. Een reizende expositie door Canada en de Verenigde Staten volgde in 1972.
Rond 1990 had Appel vier ateliers, in New York, in Connecticut, in Monaco en in Toscane. Vooral het atelier in New York gebruikte hij om te experimenteren met zijn schilderwerk. De experimenten uit New York werkte hij uit in zijn andere ateliers. Door het andere licht in bijvoorbeeld Toscane ontstond daar met dezelfde thema's werk met een geheel eigen karakter.
Ter gelegenheid van een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam vertelde hij aan Rudi Fuchs, toenmalig directeur van het museum, over zijn werk. Voordat hij begon, keek hij lang naar het doek, maar als hij eenmaal begon met schilderen, kon hij zijn impulsen om verf aan te brengen bijna niet bijhouden. Hij gaf de indruk te werken als een bezetene, waarbij hij echter wel veel tijd nam om de verf in de juiste kleur te mengen. Als het doek bijna af was, werkte hij langzamer, ten slotte zette hij nog maar een enkele toets, of hij liet de laatste verbeteringen zelfs weg. Appel werkte altijd aan één schilderij tegelijk.
Karel Appel overleed in 2006 en werd begraven op het kerkhof van Père-Lachaise in Parijs.
Bron: Wikipedia
Karel Appel. Foto: Nico Koster